|
* Welkom bij het onderzoek van rondom werkdruk en werkstress.
Met behulp van dit onderzoek brengt Arbo-VO uw werkdruk en werkstress in kaart. Met uw antwoorden en de antwoorden van uw collega's wordt tevens de werkdruk en werkstress op de locatie waar u werkzaam bent gemeten. Mede op basis daarvan wordt onderzocht welke maatregelen nodig zijn om werkdruk en werkstress te voorkomen dan wel te beperken.
Verder worden vragen gesteld over uw gezondheid en ziekteverzuim.
Vooraf is het belangrijk om te weten dat uw gegevens vertrouwelijk worden behandeld. Wees eerlijk naar uzelf toe en werk zorgvuldig. Het invullen van de vragen duurt ongeveer 15-20 minuten.
Arbo-VO bedankt u alvast voor uw tijd en uw deelname.
U start en vervolgt het onderzoek door steeds op de knop Continue te klikken.
LET OP! U dient de vragenlijst in z’n geheel in te vullen. Het programma kan uw antwoorden niet tussentijds opslaan. Stopt u voor het completeren van de lijst dan gaan al uw ingevulde antwoorden verloren.
|
| |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
In welk Team bent u werkzaam? |
| |
|
|
|
|
* Onder welke personeelsgroep valt u? |
| |
|
|
|
|
* TOELICHTING
Het eerste deel van deze vragenlijst richt zich op werkdruk en werkstress. Daartoe wordt nagegaan of u de afgelopen 6 maanden bepaalde stressverschijnselen in of door het werk heeft ervaren, hoe vaak deze verschijnselen voorkomen en waardoor het verschijnsel wordt veroorzaakt.
STRESSVERSCHIJNSELEN De verschijnselen hebben allemaal een negatieve connotatie en zijn globaal in te delen in drie categorieën; negatieve emoties, vermoeidheid en het niet meer beheersen van de gedachten. Voorbeelden hiervan zijn irritatie, uitputting en piekeren. In totaal worden u 24 verschillende verschijnselen voorgelegd waarbij u kunt aangeven hoe vaak u het betreffende verschijnsel ervaart.
Vuistregels bij de antwoordalternatieven zijn: nooit = minder dan eens per kwartaal, zelden = eens per kwartaal, soms = maandelijks, vaak = wekelijks en altijd = dagelijks
OORZAKEN Indien u in of door het werk bepaalde verschijnselen ervaart dan wordt doorgevraagd wat de oorzaak daarvan is. Het beantwoorden van die vragen kunt u vergemakkelijken door eerst voor uzelf na te gaan waardoor het verschijnsel wordt veroorzaakt en pas daarna de bijbehorende antwoordmogelijkheden aan te klikken. Eventueel kunt u gebruik maken van een open antwoordcategorie. Het verzoek is om daar spaarzaam gebruik van te maken.
Gelet op het aantal mogelijke oorzaken is het belangrijk om de omschrijving even rustig door te nemen. Onder help kunt u bij de meeste vragen een toelichting zoals deze oproepen.
Lesgevende werkzaamheden Het gaat hierbij om alle taken en handelingen die in de klas (samen) met de leerlingen worden uitgevoerd.
Lesgebonden werkzaamheden Lesgebonden werkzaamheden zijn de voorbereidende werkzaamheden en de werkzaamheden die voortvloeien uit de lesgevende taken. Zoals het voorbereiden van de lessen en het nakijken en corrigeren van huis-werk en toetsen.
NIET lesgebonden werkzaamheden Onder niet lesgebonden werkzaamheden worden alle taken en handelin-gen verstaan de niet direct te maken hebben met de lesgevende taken, zoals vergaderingen, het volgen van cursussen en andere ondersteu-nende werkzaamheden.
Hulpmiddelen en apparatuur U moet hierbij denken aan alle middelen die u in uw werk gebruikt, zoals kopieerapparaten, beamers, computers en communicatiemiddelen.
Contacten met collega’s Met contacten met collega’s wordt verstaan alle communicatie met uw collega’s zowel sociaal als functioneel. Het gaat om de contacten die u heeft met alle mensen die ook bij of voor uw werkgever werkzaam zijn maar die geen leidinggevende zijn.
Contacten met leidinggevende(n) Met contacten met leidinggevende(n) wordt verstaan de interactie met uw leidinggevende(n), het gaat om de contacten die u heeft met alle leidinggevenden waar u in uw dagelijks werk mee te maken heeft. Zoals teamleiders, sectorhoofden en afdelingleiders.
Contacten met leerlingen en anderen Met contacten met leerlingen en anderen wordt verstaan de interactie met leerlingen, ouders en andere personen waarmee u door of in uw werk te maken heeft. Het gaat om alle contacten die u heeft met mensen die niet bij uw werkgever werkzaam zijn.
Ongewenste omgangsvormen (zoals agressie en geweld) Onder ongewenste omgangsvormen wordt verstaan onheus gedrag, agressie & geweld, pesten op het werk en seksuele intimidatie.
Hoeveelheid werk De hoeveelheid werk heeft betrekking op het werkaanbod. Aspecten die hierbij een rol spelen is de aanwezigheid van pieken en dalen in het werk, of er wel of geen verstoringen in het werk zijn, eventuele spoed-klussen, verdeling van taken en wel of geen achterstanden in de planning.
Zwaarte van het werk De zwaarte van het werk wordt omschreven als het voortdurend op de tenen moeten lopen, steeds moeten blijven opletten. Bij thuiskomst geen gezeur kunnen dulden. Na het werk geen puf meer hebben om iets anders op te pakken.
Werktempo Het werktempo heeft betrekking op de snelheid van werken. Aspecten die hierbij een rol spelen zijn: hollen en stilstaan, snelheid van handelen en voortdurend de aandacht bij uw werk moeten houden om het werk op tijd af te kunnen hebben.
Afwijkende werktijden Onder afwijkende werktijden wordt verstaan het werken buiten de regu-liere openingstijden van de school. Denk aan vergaderingen die ’s avonds ingepland zijn, activiteitenweekenden, vieringen, schoolfeestjes etc.
Pauze, snipperdagen en/of het rooster Pauze zijn de dagelijkse rustmomenten die zijn ingepland en snipperda-gen de dagen waarop u vrij (verlof) kunt nemen. Onder het rooster wordt verstaan de planning van de dag- en weekindeling.
Overwerk Overwerk wordt omschreven als het werken van meer uren dan volgens uw individuele arbeidsovereenkomst is afgesproken. Bent u een partti-mer met een arbeidscontract van 24 uur per week maar u werkt soms een extra dag, dan is dat overwerk.
Andere oorzaak op het werk Naast deze werkdrukbronnen zijn er nog wellicht andere bronnen in uw werk die een bepaald verschijnsel veroorzaken. Dan kunt u dat aangeven bij het laatste antwoordalternatief.
|
| |
|
|
|
* v1. Ik raak in of door het werk geirriteerd Help
|
| |
|
|
|
|
* o1. Mijn irritatie wordt vooral veroorzaakt door: (Meerdere antwoorden zijn mogelijk.) Help
|
| |
|
|
|
|
|
* v2. Ik ben in of door het werk vergeetachtig Help
|
| |
|
|
|
|
* o2. Mijn vergeetachtigheid wordt vooral veroorzaakt door: (Meerdere antwoorden zijn mogelijk.) Help
|
| |
|
|
|
|
|
* v3. Ik verveel me op het werk Help
|
| |
|
|
|
|
* o3. Mijn verveling wordt vooral veroorzaakt door: (Meerdere antwoorden zijn mogelijk.) Help
|
| |
|
|
|
|
|
* v4. Ik pieker over het werk Help
|
| |
|
|
|
|
* o4. Mijn gepieker wordt vooral veroorzaakt door: (Meerdere antwoorden zijn mogelijk.) Help
|
| |
|
|
|
|
|
* v5. Ik voel me in of door het werk geestelijk op Help
|
| |
|
|
|
|
* o5. Ik raak vooral geestelijk op door:
(Meerdere antwoorden zijn mogelijk) Help
|
| |
|
|
|
|
|
* v6. Ik voel me in of door het werk lusteloos Help
|
| |
|
|
|
|
* o6. Mijn lusteloosheid wordt vooral veroorzaakt door:
(Meerdere antwoorden zijn mogelijk.) Help
|
| |
|
|
|
|
|
* v7. Ik kan het werk moeilijk van me afzetten Help
|
| |
|
|
|
|
* o7. Ik kan het werk vooral moeilijk van me afzetten door:
(Meerdere antwoorden zijn mogelijk.) Help
|
| |
|
|
|
|
|
* v8. Ik ben in of door het werk emotioneel Help
|
| |
|
|
|
|
* o8. Ik word vooral emotioneel door:
(Meerdere antwoorden zijn mogelijk.) Help
|
| |
|
|
|
|
|
* v9. Ik heb in of door het werk gevoelens van angst Help
|
| |
|
|
|
|
* o9. Ik word vooral angstig door:
(Meerdere antwoorden zijn mogelijk.) Help
|
| |
|
|
|
|
|
* v10. Ik heb in of door het werk concentratieproblemen Help
|
| |
|
|
|
|
* o10. Mijn concentratieproblemen worden vooral veroorzaakt door: (Meerdere antwoorden zijn mogelijk.) Help
|
| |
|
|
|
|
|
* v11. Ik heb geen zin meer in het werk Help
|
| |
|
|
|
|
* o11. Ik heb vooral geen zin meer in het werk door:
(Meerdere antwoorden zijn mogelijk.) Help
|
| |
|
|
|
|
|
* v12. Ik ben over mijn werk cynisch Help
|
| |
|
|
|
|
* o12. Mijn cynisme wordt vooral veroorzaakt door:
(Meerdere antwoorden zijn mogelijk.) Help
|
| |
|
|
|
|
|
* v13. Ik heb door het werk slaapklachten Help
|
| |
|
|
|
|
* o13. Mijn slaapklachten worden vooral veroorzaakt door: (Meerdere antwoorden zijn mogelijk.) Help
|
| |
|
|
|
|
|
* v14. Ik voel me in of door het werk onzeker Help
|
| |
|
|
|
|
* o14. Mijn onzekerheid wordt vooral veroorzaakt door: (Meerdere antwoorden zijn mogelijk.) Help
|
| |
|
|
|
|
|
* v15. Ik voel me in of door het werk gespannen Help
|
| |
|
|
|
|
* o15. Mijn gespannenheid wordt vooral veroorzaakt door: (Meerdere antwoorden zijn mogelijk.) Help
|
| |
|
|
|
|
|
* v16. Ik blijf me na het werk zorgen maken over het werk Help
|
| |
|
|
|
|
* o16. Ik blijf me na het werk vooral zorgen maken over: (Meerdere antwoorden zijn mogelijk.) Help
|
| |
|
|
|
|
|
* v17. Ik heb in of door het werk gevoelens van vijandigheid Help
|
| |
|
|
|
|
* o17. Mijn gevoelens van vijandigheid worden vooral veroorzaakt door: (Meerdere antwoorden zijn mogelijk.) Help
|
| |
|
|
|
|
|
* v18. Ik ben ontevreden over het werk Help
|
| |
|
|
|
|
* o18. Mijn ontevredenheid wordt vooral veroorzaakt door: (Meerdere antwoorden zijn mogelijk.) Help
|
| |
|
|
|
|
|
* v19. Ik ben na het werk echt op Help
|
| |
|
|
|
|
* o19. Dat ik na het werk echt op ben wordt vooral veroorzaakt door: (Meerdere antwoorden zijn mogelijk.) Help
|
| |
|
|
|
|
|
* v20. Ik voel me in of door het werk somber Help
|
| |
|
|
|
|
* o20. Ik voel me vooral somber door: (Meerdere antwoorden zijn mogelijk.) Help
|
| |
|
|
|
|
|
* v21. Ik ben na het werk uitgeput Help
|
| |
|
|
|
|
* o21. Ik raak vooral uitgeput door: (Meerdere antwoorden zijn mogelijk.) Help
|
| |
|
|
|
|
|
* v22. Ik lig door problemen op het werk 's nachts wakker Help
|
| |
|
|
|
|
* o22. Ik lig 's nachts vooral wakker door: (Meerdere antwoorden zijn mogelijk.) Help
|
| |
|
|
|
|
|
* v23. Ik kom na het werk moeilijk tot rust Help
|
| |
|
|
|
|
* o23. Ik kom vooral moeilijk tot rust door: (Meerdere antwoorden zijn mogelijk.) Help
|
| |
|
|
|
|
|
* v24. Ik baal van mijn werk Help
|
| |
|
|
|
|
* o24. Dat ik van mijn werk baal wordt vooral veroorzaakt door: (Meerdere antwoorden zijn mogelijk.) Help
|
| |
|
|
|
|
De laatste 23 vragen hebben betrekking op uw algemene gezondheid.
|
|
|
|
|
|
|
|
| * g22. Hoeveel kalenderdagen bent u de afgelopen 6 maanden ziek geweest? Help
| | | | * g23. Hoe vaak bent u de afgelopen 6 maanden ziek geweest? | | |
|
|
|
* m1. Zijn er in het afgelopen jaar in uw team maatregelen getroffen om de psychische belasting in het werk te beperken? |
| |
|
|
|
|
* m2. Wat voor soort maatregelen zijn er getroffen: (Meerdere antwoorden zijn mogelijk.) Help
|
| |
|
|
|
|
|
* m3. Welke maatregelen heeft u als positief ervaren: (meerdere antwoorden zijn mogelijk.) Help
|
| |
|
|
|
|
|
* m4. Ik vind de situatie ten opzichte van een jaar geleden verbeterd. |
| |
|
|
|
|
* Ik vind de situatie verbeterd omdat: |
| |
|
|
|
|
| Hieronder kunt u andere opmerkingen kwijt? | | |
|
|
|